reisverslag naar Kobane in juli 2015
schoolgebouw in mei 2015
KOBANÊ, JE MOET ER GEWEEST ZIJN
C.v.Dorp, juli 2015
EEN VERWOESTE STAD
In de kranten en op internet zien de foto’s van de verwoeste steden in Syrië er uit als de beelden van Rotterdam na het bombardement in mei 1940.
In mei dit jaar was ik in Kobanê: zo’n stad in het noorden van Syrië. Op de foto’s houdt het puin op bij de rand van het plaatje. Als je er bent, rijkt het puin zover als je kunt zien en dat overal waar je komt. En overal tussen het puin zie je huisraad, resten van mooie meubels, een wapperend gordijn, stukken speelgoed, sporen van leven. Als je er wandelt met een van de bewoners, dan was dit het huis van haar zus, hier van een tante, daar van haar beste vriendin en dat daar was het nieuwe huis van haar broer.
AANLEIDING
Een van mijn vriendinnen is een Koerdische vrouw uit Turkije. Ik ben een aantal keren met haar mee geweest op bezoek bij familie en vrienden in de Koerdische regio. Met elk bezoek krijg ik nieuwe vrienden en groeit de verbondenheid. De ontwikkelingen in het Midden-Oosten hebben een enorme impact op het leven van mijn vrienden daar. Natuurlijk probeerde ik ook de strijd in en om Kobanê te volgen en te begrijpen.
In de winter 2014/15 waren er een aantal initiatieven in Nederland om vluchtelingen uit Shengal (Irak) en Kobanê (Syrië) te helpen. In februari, toen IS uit Kobanê verdreven was, ontstond het idee voor een Stichting Help Kobanê.
Eind april ontving deze stichting in oprichting een delegatie van het democratische gekozen bestuur. We maakten met hen een rondreis langs Nederlandse organisaties om steun krijgen voor noodhulp en wederopbouw.
Onze stichting wilde graag iets concreets doen, maar waar begin je? We hadden foto’s gezien en overzichten van de verwoestingen bestudeerd en we dachten ons te beperken tot de bouw van een eco-vriendelijke school. Wat de delegatieleden uit Kobanê precies van ons dachten, weet ik niet. Ze nodigden ons uit om te komen, want: ‘Je moet Kobanê bezoeken om het een beetje te begrijpen.’
Een groot deel van de reis ben ik samen met vriendin Fatma. Tijdens mijn bezoek ontmoet ik nieuwe vrienden en nieuwe gidsen, die me begeleiden.
KOBANÊ: STAD EN KANTON
Kobanê is een stad en een kanton met bij elkaar ca. 200.000 inwoners. De stad is wat kleiner dan Eindhoven. In het noorden is de grens met Turkije, verder is de regio omgeven door IS.
Misschien herinnert u zich de beelden –vorig jaar september- van duizenden vluchtelingen uit Kobanê wachtend in de brandende zon tot ze toegelaten werden tot Turkije. Daarna kon de hele wereld vanaf een Turkse heuvel meekijken hoe de Koerdische strijders bij de strijd tegen IS luchtsteun kregen van westerse landen. Eind januari zijn de wrede extremisten na een hevige strijd uit de stad verdreven.
In de stad is 80% van de gebouwen verwoest en de overige 20% beschadigd. Dat is meer dan in Rotterdam mei 1940.
Een van de eerste dagen krijg ik in de open laadbak van een kleine vrachtwagen een soort touristische rondrit. Zo staan in de zon en in de warme wind is op zich een aangenaam gevoel, ook al zijn de wegen stoffig en hobbelig. De aanblik van de complete verwoesting is absurd. Je durdt niet te denken: ‘hier hebben mensen gewoond’.
Zigzaggend langs wegversperringen rijden we ook een eindje door agrarisch gebied. Bij de controlepunten worden we door de soldaten als vrienden begroet. De akkers zijn begroeid. Kijk je beter dan zie je dat het onkruid is. Er zijn geen bomen en geen dieren. Alle olijf-, pistache- en fruitbomen zijn vernield. Ongeveer 340.000 schapen en 2700 koeien zijn gedood. Ook het zaaigoed en de landbouwmachines zijn door IS vernield.
Men wil graag steun en informatie van experts in ecologische landbouw. Een milieuvriendelijke en duurzame landbouw: wat zou dat mooi zijn.
EEN VEILIGE OASE
Tot IS Kobanê aanviel met moderne wapens, buitgemaakt in Mosul (Irak), was het een betrekkelijk veilige oase. Veel vluchtelingen uit het door burgeroorlog geteisterde Syrië, hadden hier hun toevlucht gevonden. Het bevolkingsaantal was daarmee verdubbeld tot ca. 400.000.
Kobanê was de middelste van drie geïsoleerde kantons in de Koerdische regio Rojava. Tijdens het begin van de burgeroorlog ontstond er even een machtsvacuum. Dat moment is door de bevolking van Rojava gebruikt om zich te organiseren en eigen strijdkrachten te vormen: YPG en YPJ. (Volksbeschermingseenheid voor mannen resp. vrouwen). YPG en YPJ beschermden Rojava tegen geweldadige invallen en slaagden erin om – zonder enige steun van buiten - de drie geisoleerde gebieden enigszins veilig en leefbaar te houden.
De overwegend Koerdische strijders genieten wereldwijd bewondering, omdat zij de enigen zijn, die IS effectief op de grond bestrijden. Het waren deze strijders en strijdsters, die de meeste vluchtelingen van de berg Sinjar in Irak gered hebben. Misschien herrinnert u zich nog de dramatische beelden van duizenden Yezedi, die dagenlang zonder eten en drinken op een kale berg zaten. YPG en YPJ vochten zich een weg van 40 km om deze uitgeputte mensen veilig naar Syrië te brengen. Dat was in augustus 2014, kort voor de aanval op Kobanê.
ALLE DAGEN BEGRAFENISSEN IN TURKIJE
Aan de grenzen - op 30 en 50 km afstand van de stad - wordt voortdurend tegen IS gevochten. Ik heb daar weinig van gemerkt. Toen ik er was leek de strijd in de stad voorbij. Wel waren nog overal plekken waar sluipschutters elk moment weer positie zouden kunnen innemen: de meeste platte daken hebben een muurtje langs de rand, in dat muurtje zit dan een gat met uitzicht op straat, er bij een stapel kussens, een paar jasjes, donkere truien, sigarettenpeuken, plastic flesjes, grote en kleine kogelhulzen.
In Turkije was de oorlog aldoor aanwezig. Bij het gezellig samen eten met vrienden dacht ik steeds als er een mobieltje afging: ‘nee niet weer’. Vaak was het dan wel weer een begrafenis van een aardig en knap jong mens, die zich in Syrië had aangesloten bij de strijd tegen IS. Soms was het niet één begrafenis, maar 12 of 14 op een dag en evenveel dorpen in de rouw.
Intussen is met hevige strijd een corridor bevochten tussen Kobanê en het oostelijke kanton Cizîre. Dat gebeurde kort na mijn bezoek aan Kobanê terwijl ik nog bij vrienden in Turkije logeerde. Maar de prijs is hoog.
DEMOCRATIE TEGENOVER ISLAMITISCHE STAAT
Extremisme is nooit met geweld alleen te bestrijden.
Geen enkel land in het Midden-Oosten heeft een open democratie waarin mensenrechten worden gerespecteerd. Het Midden-Oosten kent meer dan 200 oorspronkelijke etnische en religieuze bevolkingsgroepen. Er is hier geen staat, waar niet een groter of kleiner deel van de multiculturele bevolking een achtergesteld en meer of minder wreed onderdrukt en uitzichtsloos bestaan leidt. Voor veel jongeren, die niet anders kennen, lijkt IS het enige alternatief.
In Rojava is het machtsvacuum ook gebruikt om lokale verkiezingen te houden en een democratische structuur te organiseren, waarin alle bevolkingsgroepen samenwerken: Koerden, Arabieren, Assyriërs, Armeniërs mannen en vrouwen. De Democratische Unie Partij (PYD), die het lokale bestuur initieerde streeft nadrukkelijk niet naar een eigen staat. Rojava is een experiment met een nieuw model van lokale autonome democratie, waarin nationale staten en hun grenzen minder belangrijk zijn. De mensenrechtenorganisatie Human Right Watch schreef een positief rapport (febr.2014).
Helaas horen we meer over de gruweldaden van IS. Wat is dat toch: dat er zo weinig aandacht is voor positieve initiatieven?
falafalbakker 2015
HET LEVEN KOMT TERUG
Het onbetaalde bestuur en vele vrijwilligers hebben samen al bergen werk verzet. De lijken zijn geborgen en de lijkenstank is verdwenen. De belangrijkste wegen zijn weer begaanbaar. Ca. 100.000 mensen zijn terug in het kanton. Veel stadsbewoners gaan naar familie in de dorpen.
Ook tussen de puinhopen in de stad proberen mensen het leven weer op te pakken. Er is een kraampje met groenten en fruit. Bij de slager hangen twee stukken vlees. Op straathoeken wordt brandstof uit jerrycans overgeschonken. Er zijn veel kleine bedrijfjes in auto-onderdelen en oude metalen. In de winkelstraat zijn mensen bezig hun bedrijf en hun stoep op te ruimen en schoon te maken. Een apotheker uit Rusland ordent zorgvuldig alle medicijnpotjes en doosjes in de apotheek. In een winkeltje vol beeldjes en speeltjes krijg ik als souvenier een flesje parfum: speciaal Kobanê-recept tegen de lijkengeur die ik gelukkig niet meer meegemaakt heb. De lunch gebruiken we bij de falaffal-bakker: zelden heeft iets zo goed gesmaakt.
Natuurlijk is er discussie over de prijzen. Syrisch geld is vrijwel waardeloos. Maar weinig produkten passeren de enige grensovergang vanuit Turkije. Er is geen betaald werk. Het gemeentebestuur krijgt wat financiële steun, van Koerdische gemeentes in Turkije, die zelf ook niet rijk zijn.
museum mei 2015
In het centrum van de stad is een rond plein met een standbeeld van een mythologische ‘Adelaar met witte staart’. Deze adelaar is als door een wonder gespaard. Bij het plein staat een klein museum, dat een echte aanrader is. Het museum is een houten skelet met een dak. Door de nog open wanden heb je prima uitzicht op de verwoestingen. In de constructie staan door de taalproblemen een aantal steunpilaren anders dan bedoeld. Ook dat hoort erbij. Voor de meeste inwoners is Koerdisch de moedertaal, maar het onderwijs was in het Arabisch. Inwoners uit Turkije (al of niet Koerdisch), die hun verwanten in Kobanê komen helpen, spreken vaak alleen Turks. En dan zijn er ook nog de vrijwilligers uit alle delen van de wereld.
In het museum zit aan een piepklein beschadigd bureautje een prachtige oude Turkse man. De rimpels in zijn gelaat zijn als een open boek. Voor zijn verhaal heb ik een tolk nodig, die de Turkse taal kent. Die zijn helaas zeldzaam.
Het verhaal begint bij zijn ouders en grootouders, die meer dan 100 jaar geleden in Albanië leefden. En zo komt de hele historie van het Midden-Oosten ter sprake. Voor mij is de hele man werkelijk levende geschiedenis. Ik wil heel graag nog veel meer van zijn verhalen horen en begrijpen.
Er komt een jongen langs van amper 20 jaar. Hij spreekt ook Turks en demonstreert hoe explosieven onschadelijk gemaakt worden. Het is zijn dagelijks werk. De mensen die dit werk doet zeggen bij afscheid nemen géén ‘tot ziens’.
Ook de andere voorbijgangers die binnenwandelen, zijn mensen met verhalen, die je zou moeten horen.
BIJ B. EN HAAR FAMILIE
Op een van de onderwijsinstellingen die we bezoeken ontmoet ik B. Ze is docente primair onderwijs. De kinderen hebben vakantie en ze doet nu als vrijwilliger een deel van de onderwijs-adminstratie. Ze spreekt goed Engels en wil dolgraag mijn gids zijn. Ik ga mee naar haar familie: vader en moeder en twee zussen, die me met liefde ontvangen. De jongste zus studeerde filosofie in Aleppo, maar kan nu niet verder studeren. Ze geeft nu les aan kinderen en collega’s. De oudste zus is een tovenares. Met veel toewijding en heel weinig water wast ze het stof van Kobanê uit mijn sokken, mijn broek en mijn haren. Daarna maakt ze met slechts komkommers, tomaten en rijst een maaltijd als in een drie-sterren restaurant.
Van het huis is één kamer nog bewoonbaar. En er is een dak, waar je op slapen kunt. Het enige dak in de wijde omtrek.
Het watervat is bijna leeg. Water moet met een tank achter een tracker gebracht worden en is kostbaar. Koel drinkwater staat in de schaduw in een plastic vat met een vochtige jute zak.
De afvoer van de toilet doet het nog. Deze wijk ligt op een heuvel. Elders in de stad is de riolering zwaar beschadigd.
Er is geen electriciteit. B. Laadt haar mobieltje op met een kleine zonnecel. Zo is er af en toe contact met de rest van de familie, waarvan velen naar Noord-Irak gevlucht zijn.
In de betere wijken hoor je ’s avonds het geraas van dieselgeneratoren die electriciteit opwekken voor verlichting en een paar uurtjes televisie-kijken.
Het gemeentebestuur koopt die dieselgeneratoren voor 400 Turkse lira’s in Turjije en verkoopt ze voor 100 Turkse lira’s aan de bewoners. Maar niet iedereen heeft genoeg geld om ook diesel te kopen.
Gekookt wordt er op een vuurtje van afval hout dat ruimschoots aanwezig is.
Ongeveer vier gezinnen zijn teruggekeerd in de straat. Een familie woont in een tent naast de resten van wat eens hun woning was.
We proberen te lachen om het gekke geluid van de gierzwaluwen die in de warme avondlucht om ons heen zwermen. De drie jonge vrouwen zeggen: ‘we lachen nog met onze mond, niet met ons hart’.
Als de zon onder is, gaan we slapen op het dak. Je kunt de lichten langs de wegen in Turkije zien. We kijken naar de sterrenhemel: die kan niemand ooit kapot maken.
NAAR SCHOOL
Er waren 445 scholen in het hele kanton voor ca. 60.000 leerlingen. Van de 25 schoolgebouwen in de stad kunnen er 5 hersteld worden.
Ik bekijk de twee minst beschadigde scholen. De lijken van IS zijn geruimd, maar daarmee is ongeveer alles gezegd. De vernielingen en de chaos laten zich moeilijk beschrijven. Het schoolhoofd vindt zijn eigen kooktoestel terug tussen kledingstukken en kogelhulzen van IS, kapotte schoolboeken, gekreukelde kindertekeningen en puin. Elke ochtend maakte hij hierop thee voor zijn collega’s. Hij denkt, dat zijn kooktoestel gerepareerd kan worden.
schoollokaal mei 2015
Aan verschillende bestuurders en betrokkenen vraag ik wat er nodig is om in september de scholen te kunnen openen.
Genoemd worden:
* Noodlokalen van containers uit Suruç die daar niet meer nodig zijn nu de meest vluchtelingen terugkeren.
* Mensen die helpen bij opruimen en hertstellen van de minst beschadigde gebouwen.
* Scholen voor gehandicapte kinderen.
* De mogelijkheid om verder te leren bij beroepsonderwijs of universiteit.
* Allerlei basisvoorzieningen als water, verwarming, electriciteit, tafels, stoelen, internet, computers, copieerapparaten, printers.
* Misschien een beetje levend groen bij de onderwijslokaties: jonge boompjes, of schooltuinen met wat groente, fruit en bloemen.
* In de drie zomermaanden werken vrijwilligers hard aan een nieuw onderwijsprogramma en nieuw lesmateriaal. De docenten volgen cursussen om ook in het Koerdisch les te kunnen geven.
Er zijn voldoende hoog opgeleide mensen om alles te organiseren. Ja, er zijn ook collega’s omgekomen. Al voor de strijd in Kobanê begon zijn 14 docenten op weg van Aleppo naar Kobanê door IS onvoerd. Hun lot is onbekend.
* Er is vooral behoefte aan geld. In Turkije is bijna alles wat ze nodig hebben te koop. Transport van goederen uit Europa is duur en ingewikkeld.
* Een probleem, dat steeds terugkomt is de enige grensovergang met Turkije. Turkije bepaalt wie en wat daar kan passeren. De containers voor de noodlokalen staan klaar. In Kobanê weet niemand, of en wanneer die zullen komen. En zo gaat het met alles, wat nodig voor de bewoners van Kobanê.
Die grensovergang moet gewoon open voor humanitaire goederen.
De 200.000 oorspronkelijke inwoners willen terug naar hun eigen stad of dorp en zijn bereid om weer samen te leven met vluchtelingen uit andere delen van Syrië. Maar Kobanê zit klem tussen Turkije en IS en lijkt vergeten door de rest van de wereld.
winkelstraat mei 2015
Begin maart heropenden 10 leerkrachten samen de eerste school voor 250 leerlingen van 7 tot 15 jaar. Het onderwijsmateriaal bestond uit boeken en schriften die ze terugvonden in het schoolgebouw.
Eind mei konden ca. 6000 leerlingen op 3 lokaties hun schooljaar afronden met een paar toetsen.
In Turkije is het ook vakantie. Daare zie en hoor je overal spelende kinderen. Hier zijn de straten opvallend leeg en stil. B. en haar collega’s zeggen dat ik in september terug moet komen. Dan zijn de scholen weer begonnen en kan ik alle kinderen zien.
In het cultureel centrum, zijn wel kinderen. Op de instrumenten die het geweld doorstaan hebben wordt traditionele muziek gemaakt. Een paar volwassenen beginnen en kinderen doen mee, gaan dansen of kijken toe. Muziek en dans zijn ontroerend mooi. Maar als ik om me heen kijk, zie ik weinig kinderen die lachen of vrolijk kijken. Ze maken op mij zo’n ernstige indruk.
Met hulp van mijn vriendin en tolk kan ik bij vrienden en collega’s af en toe een beetje met kinderen praten. Ze vertellen allemaal dat ze weer naar school willen. De leerkrachten zijn lief. De kinderen willen graag leren, soms ook om geld te verdienen voor de familie. Soms hebben ze oudere broers, die door de oorlog hun opleiding moesten afbreken en nu illegaal (veel Koerden kregen nooit een id-kaart van het regime) in Turkije werken. Die broers zijn nu hun voorbeeld.
In de vakantie is er niets te doen. Ze missen hun vriendjes en kunnen nergens spelen. De straat is wel veilig, maar verder kunnen overal explosieven liggen.
Soms dromen ze nog van een fiets, die vader voor de oorlog beloofd had. Sommige kinderen hebben inderdaad een fiets. Voor veel vaders is een fiets te duur.
Ze tekenen voor mij vooral bloemen en vogels en mooie dingen. Ik krijg een paar tekeningen over de oorlog, minder dan ik verwacht had. Een tekening van een verwoest huis, zoals je overal ziet, zit er nog niet bij.
AFSCHEID
De avond voor mijn vertrek heft de moeder van B. haar handen machteloos naar de hemel als het emmertje waarmee ze water uit het vat haalt, de bodem raakt.
Ik denk; ‘Morgen moet ik afscheid nemen’. Dat maakt me een beetje emotioneel. De vader voelt dat feilloos aan en houdt ineens heel beleefd meer afstand.
Bij de maaltijd zeggen de ouders dat ze wel zouden willen, dat ik B. Mee kon nemen naar Europa. Hoewel ze ook bang zijn haar ooit te moeten missen. Ze praten over de kinderen die nu nog in Irak zijn. Ze weten niet hoe veilig het daar is en wanneer ze weer samen kunnen zijn.
Ik begin te begrijpen, waarom je Kobanê moet bezoeken om het een beetje te begrijpen.
HOUDT HET DAN NOOIT OP?
Ik heb me heel veilig gevoeld in der stad Kobanê. Ik heb vertrouwd op de strijders aan de grenzen met IS. Ik heb er niet aan gedacht, dat IS vanuit Turkije binnen zou komen door dezelfde grensovergang als ik.
Ik was nog geen week thuis, toen op 25 juni door IS meer dan 230 mensen in Kobanê wreed werden vermoord.
U zult begrijpen, hoe opgelucht ik was, toen B. die avond de telefoon opnam. Ze vertelde hoe ze zich samen ‘s ochtends om 4 uur in hun ene kamer opgesloten hebben en zich de hele dag stil hielden en wel het lawaai buiten hoorden. Aan het eind van de middag zijn ze met hun buren in een auto de chaos ontvlucht en naar een dorp gereden.
Niet iedereen die weer teruggekeerd was in hun straat heeft dit overleefd. Onder de doden is ook de oude Turkse man van het museum en drie van haar collega’s, vriendinnen.
De jongste zus is boos en verdrietig. Haar verloofde liep al langer rond met het plan om via de Middellandse Zee naar Europa te gaan. Hij heeft geen paspoort, maar wel een redelijke opleiding en met goed werk wat geld verdiend. Hij is zojuist vertrokken.
Sinds 3 juli wonen en slapen ze weer thuis. Waarschijnlijk is de stad nu veiliger dan het dorp. Maar het voelt niet goed.
Op het kantoor zijn de glasscherven weer geruimd. Het is moeilijk om het werk weer op te pakken. Alles is moeilijk. Maar in september willen ze klaar zijn voor de kinderen. Op 11 juli komen alle docenten weer bij elkaar voor training en overleg.
Wat de onderwijsdeskundigen in Kobanê zelf kunnen doen: een lesprogramma, goed voorbereide docenten en elke ochtend verse thee, dat komt in orde.
Maar zullen de noodlokalen dan ook klaar staan?
En wanneer komt er vrede en een ecologisch kindvriendelijk schoolgebouw?
HELPT U MEE VOOR DE KINDEREN VAN KOBANÊ ?
Met geld of met daden?
EINDHOVEN~KOBANÊ
Is een werkgroep van
VREDESBURO EINDHOVEN
Stichting Vredesburo: info@vredesburo.nl,
Werkgroep Eindhoven~kobanê: info@eindhovenkobane.nl
Postadres;Grote Berg 41, 5611 KH, Eindhoven
Bankrekening: NL82 TRIO 07847324 42,
t.n.v. Stichting Vredesburo, o.v.v. WerkgroepKobanê
Het Vredesburo is een ANBI.